Een mens te zijn op aarde
is eens voorgoed geboren zijn
is levenslang geboortepijn.
Een mens te zijn op aarde
is leven van de wind.
De bomen hebben wortels,
de bomen mogen stevig staan
maar mensen moeten verder gaan.
De bomen hebben wortels
maar mensen gaan voorbij.
De vossen hebben holen,
de mensen weten heg noch steg,
zijn altijd naar hun huis op weg.
De vossen hebben holen —
maar wie is onze weg?
De mensen hebben zorgen,
het brood is duur, het lichaam zwaar,
en wij verslijten aan elkaar.
Wie kent de dag van morgen?
De dood komt lang verwacht.
Een mens te zijn op aarde
is pijnlijk begenadigd zijn
en zoeken, nooit verzadigd zijn,
is rusten in de aarde
als alles is volbracht.
Hoe zullen wij volbrengen
wat door de eeuwen duren moet:
een mens te zijn die sterven moet?
Wij branden van verlangen
tot alles is voltooid.
Huub Oosterhuis (1933-2023)